Staat er in je agenda al een grote rode cirkel om 28 juni 2025? Dan gaat namelijk de European Accessibility Act (EAA) in. En dat betekent dat wij als communicatieprofessionals aan de bak moeten. ‘Toegankelijke teksten’ staat namelijk ook in de richtlijnen van die nieuwe wet. Maar, inclusief schrijven is meer dan alleen toegankelijkheid. Het is niet alleen aardig om inclusieve teksten te maken, het is ook slimme communicatie. Je bereikt meer mensen, je boodschap komt duidelijker over en – niet onbelangrijk – het is straks dus voor sommige organisaties wettelijk verplicht. Als je tekst vol jargon en lange zinnen staat, mis je een gigantisch deel van je publiek. Dat is zonde. Maar waar begin je? Nou, bij het lezen van dit blog natuurlijk. Het staat boordevol tips en adviezen over het herkennen én maken van inclusieve en diverse teksten.
De EA-watte? Dit houdt de EAA in
De EAA verplicht bedrijven om producten en diensten toegankelijk te maken voor iedereen. Dit betekent dat niet alleen (semi-) overheidsinstanties in Europa zich aan de WCAG-richtlijnen voor digitale toegankelijkheid moeten houden, maar ook andere organisaties. Bijvoorbeeld financiële diensten en e-commerce bedrijven. Vanaf dan is helder, begrijpelijk en inclusief schrijven niet alleen fijn, maar vaak dus ook juridisch verplicht.
De EAA lost niet alles op
Toegankelijke websites, begrijpelijke communicatie, duidelijk leesbare teksten. Dingen waarvan ik vind dat ze vanzelfsprekend moeten zijn. De EAA pakt een stukje van de inclusiviteitspuzzel aan: toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Maar écht inclusief communiceren gaat over zoveel meer. Inclusief schrijven betekent dat je taal gebruikt waarin iedereen zich herkent. Geen moeilijke woorden die een groot deel van je lezers niet begrijpt. Nederland telt 2,5 miljoen (!) laaggeletterden. Geen stereotypering die mensen in hokjes stopt. En geen aannames over wie je lezer is. En dat begint bij hoe we denken, schrijven en praten.
Oh, oh wat gaat het vaak mis
Websites met wollig taalgebruik waardoor je na drie zinnen afhaakt. Folders waarin mensen met een beperking óf als helden óf als zielig worden neergezet. En formulieren die alleen ‘man’ of ‘vrouw’ als opties geven. Laten we eens kijken hoe we dat inclusiever kunnen maken. Zie jij wat deze zin niet-inclusief maakt? ‘Elke werknemer moet zijn laptop meenemen naar de vergadering.’ Met ’n kleine aanpassing, maak je al een groot verschil. ‘Elke werknemer moet een laptop meenemen naar de vergadering.’ In de eerste zin voelen vrouwelijke en non-binaire collega’s zich misschien minder aangesproken. Terwijl je dat met één woord oplost.
Zeker weten dat je de meest voorkomende valkuilen vermijdt? Volg een schrijftraining bij Lisa Holdijk of een van haar collega-trainers – individueel of samen met je team in een incompanytraject op maat.
Hoe herken je niet-inclusieve of ‘gekleurde’ taal in de media?
Woorden hebben invloed. Niet alleen op hoe we denken, maar ook op hoe we (groepen in) de samenleving zien. De media spelen hierin een grote rol. Door bewust óf onbewust bepaalde woorden te kiezen, brengen journalisten en nieuwsplatforms een gekleurde boodschap over. Denk bijvoorbeeld aan ‘asieltsunami’ versus ‘stijging van <noem aantal> vluchtelingen’, of het verschil tussen ‘genocide’ en ‘verdediging’, afhankelijk van wie de dader is in een oorlog. Zo wordt met taal een beeld gevormd dat niet neutraal is, maar sturend werkt. Dit heeft invloed op de mening van mensen en kan bijdragen aan tegenstellingen tussen groepen en stereotypen. Als communicatieprofessional is het belangrijk om je hier bewust van te zijn en kritisch te kijken naar de woorden die je gebruikt én leest. Zijn ze echt objectief en feitelijk?
Dít zijn veelgemaakte fouten (en hoe je ze oplost)
Zelfs als je het goed bedoelt, kan het misgaan met inclusief schrijven. Hier een paar ‘klassiekers’:
Valkuil 1: een veel te moeilijke tekst maken
Zo iwnkegideld is het lzeen van mieolijke tektesn voor veel Nedrelaands. Daarom kun je ’t beste schrijven op taalniveau B1. Dan begrijpt 80% van de Nederlanders je tekst. Dat betekent: een scanbare tekst. Korte alinea’s. Koppen met inhoud. Geen beeldspraak of metaforen. En alleen relevante informatie (voor je lezer!) delen. Dus niet: ‘wij implementeren een strategisch plan om de efficiëntie van onze operationele processen te optimaliseren.’ Maar: ‘we maken een plan om ons werk beter en sneller te doen.’ Leest ook voor de lezers met een hoger taalniveau lekkerder trouwens. Dé tip die je vanaf nu kunt toepassen? Schrijf op wat je aan de telefoon zou zeggen.
Valkuil 2: (alleen maar) stereotypen beschrijven
Waarom stereotypen niet meer kunnen? Omdat ze een beperkt, simpel en generaliserend beeld geven van een bepaalde groep mensen. Vaak gebaseerd op kenmerken zoals afkomst, geslacht, beroep of leeftijd. Vergelijk het met een puzzel: een stereotype is alsof je maar één stukje van een puzzel ziet en denkt dat je het hele plaatje kent. Hier komen er een paar: Moeders zorgen voor de kinderen, vaders werken. Mensen uit andere culturen passen zich niet aan. Jongens houden van blauw en meisjes van roze. Afijn. Je snapt mijn punt. Doe jij dit ook? Dan houd je bepaalde ideeën in stand. Kies bewust voor diverse en realistische voorbeelden in je communicatie. Zorg dat je afwisselende beelden gebruikt. Laat bijvoorbeeld mannen en vrouwen in niet-traditionele rollen zien, zoals een mannelijke verpleger of een vrouwelijke technicus. Vermijd ook algemene uitspraken zoals ‘mannen zijn stoer’. Kies in plaats daarvan voor voorbeelden die laten zien dat mensen verschillend zijn. Het helpt ook om mensen niet in één vast beeld te plaatsen. Een vrouw kan zowel een sterke leider als een zorgzaam persoon zijn. In interviews en verhalen is het slim om verschillende perspectieven te laten zien, zodat je niet steeds hetzelfde stereotype beeld herhaalt.
Valkuil 3: mensen terugbrengen tot hun beperking of afkomst
Het gebeurt te vaak dat iemand vooral wordt neergezet als ‘de rolstoelgebruiker’ of ‘de vluchteling’, terwijl dat maar één deel van iemands identiteit is. Zo blijven andere eigenschappen en talenten onzichtbaar. Laat mensen daarom als volledig individu zien. En laat onnodige informatie over beperkingen of afkomst achterwege. In beeld en tekst kun je benadrukken wat iemand doet en wie die persoon is, in plaats van alleen de beperking of afkomst te benoemen. Schrijf niet ‘Syrische vluchteling start een bedrijf’, maar ‘Ambitieuze ondernemer opent nieuw restaurant.’ Laat mensen zelf over zichzelf en hun verhaal vertellen, in plaats van over hen te praten. Is het toch relevant om iemands afkomst, situatie of beperking te noemen? Schrijf dan bijvoorbeeld niet ‘een vluchteling’ maar schrijf ‘iemand op de vlucht’. Mensen zijn meer dan één eigenschap. Benoem eerst de persoon, dan pas een kenmerk.
Valkuil 4: (onbewust) genderbeperkend schrijven
Stap af van het binaire ‘hij’ en ‘zij’ in je teksten. Geen ‘beste dames en heren’ meer, maar ‘beste collega’s, reizigers, boekenfans, vakantiegangers, lezers…’? Wil je een grote groep mensen aanspreken, beschrijf dan wat ze met elkaar gemeen hebben. Of vanuit welke aanleiding je ze aanschrijft. Zo simpel. En toch zoveel inclusiever.
Valkuil 5: uitsluiten door (ongelukkige) beeldspraak of figuurlijke taal
Beeldspraak kan onbedoeld kwetsend zijn. Even over nadenken dus. ‘We moeten de koe bij de horens vatten.’ Of ‘dat was een blinde gok’. Dit lijken misschien onschuldige zinnen, maar voor anderen kunnen ze ongemakkelijk of pijnlijk zijn. Daarnaast is beeldspraak lastig voor mensen die de taal nog niet goed beheersen. Iemand die Nederlands als tweede taal leert, kan moeite hebben met uitdrukkingen zoals ‘het hoofd boven water houden’. Soms kunnen ze ‘er geen touw aan vastknopen’ ;). Sta dus stil bij de woorden die je kiest. Vraag jezelf af of een uitdrukking mensen uitsluit of dat deze verwarrend of kwetsend kan zijn.
Klinkt als veel werk, dat inclusief communiceren?
Inclusief schrijven is een kwestie van bewustwording en oefening. Het is belangrijk maar óók leuk om te doen. Althans, vind ik. Dus: tijd voor actie! Pak een tekst die je laatst nog hebt geschreven en check: kan het inclusiever? Vast wel. Succes! En heb je hulp nodig? Ik help je graag.
Ook bij Van der Hilst zetten we stappen om inclusiever te schrijven en ons CMS beter in te richten, zodat we minder mensen uitsluiten. We leren daarbij graag van mensen uit ons netwerk – heb je tips over tekst, beeld of techniek? Laat het ons weten.